menskunde

Denken-voelen-willen
Uitgangspunt van het vrijeschoolonderwijs is om in het leerproces steeds denken, voelen en willen met elkaar te verbinden. Kinderen leren met hoofd, hart en handen. Dit proces, deze verbinding tussen de verschillende invalshoeken van het leren, gebeurt op een kunstzinnige wijze. Daarmee wordt bedoeld dat kinderen in een gezonde afwisseling tussen cognitieve inspanning en ontspanning leren. In- en uitademing. Zo kent iedere periode (lessenserie waarin gedurende drie of vier weken in blokuren wordt gewerkt) instructie- en verwerkingsopdrachten waarbij kinderen gevoelsmatig worden aangesproken (voelen), denkend en begrijpend actief zijn (denken) en bezig zijn met automatisering en beweging (willen). Het proces van denken, naar voelen, naar willen kan als volgt schematisch worden weergegeven:

[afbeelding invoegen]

Het verband tussen denkontwikkeling en taalontwikkeling
Taalontwikkeling en denkontwikkeling beïnvloeden elkaar wederzijds. Door te denken en te praten over taal neemt de taalontwikkeling toe. En wanneer die is toegenomen, kun je er ook steeds beter over denken. Taal is dus een middel waardoor het denken zich ontwikkelt.

Bij het schrijven van teksten wordt de denkontwikkeling onder andere aangesproken wanneer kinderen de opbouw van een verhaal bewaken, chronologie aanbrengen, zich verplaatsen in hun publiek of ritmische kenmerken kunnen ervaren en bewust toepassen. Ook bij het leren reflecteren op inhoud, het zich houden aan afspraken en het maken van keuzes zijn kinderen denkend actief. De ontdekking dat je kunt schrijven over taal, metataal leert gebruiken, is eveneens een denkactiviteit.

Gevoelsontwikkeling en schrijven van teksten
Aan gevoelsontwikkeling wordt gewerkt wanneer kinderen de schoonheid en de ritmische elementen binnen de taal leren herkennen en actief beleven. ‘Kinderen proeven de taal’ zou je kunnen zeggen. Bij het schrijven van teksten wordt de gevoelsontwikkeling van kinderen aangesproken wanneer zij zich leren inleven in hun personages, empathie opbrengen of empathie ontwikkelen, of wanneer ze in de huid kruipen van hun hoofdpersoon. Ze leren elkaar in hun eigenheid ontmoeten als ze de teksten aan elkaar voorlezen. Kinderen ervaren taal als muzische kunst wanneer er aandacht is voor ritme en klank. Het plastische element van de taal ervaren ze bij het vormgeven en afwerken van een schrijfproduct.

Daarnaast is taal, ook de schriftelijke, een communicatiemiddel. Schrijven is te beschouwen als een dialoog tussen de schrijver en de toekomstige lezers.

Wilsontwikkeling
Onder wilsontwikkeling wordt verstaan dat je niet alleen begrijpt wat je geleerd hebt, en kunstzinnig beleeft en verwerkt wat je leert, maar dat je er ook
iets mee doet; dat je kunt beginnen en doorzet en dat je iets afmaakt. De wil ontwikkelt zich door het daadwerkelijk schrijven van teksten en in hogere klassen óók bij het willen herlezen, bespreken en herschrijven van de (periode)teksten. Als kind kun je ervaren dat er heel veel beweging in het hoofd en gevoel kan zijn, maar het pas echt iets wordt nadat je het op de grond hebt gebracht. Het opnieuw kritisch naar je eigen teksten moeten kijken en erover in gesprek gaan, erin moeten beperken of juist uitbreiden wordt door veel kinderen als drempel gevoeld. Er is een krachtige wil voor nodig om te strepen, of je formulering aan te passen of uit te breiden. Ook bij het afwerken van een tekst wordt deze wilsinspanning gevraagd.