[Illustratie taalboom met meer steunkleuren invoegen]
Relatie met fonemisch bewustzijn
Fonemisch bewustzijn en letterkennis zijn belangrijke voorspellers voor succes tijdens het leren lezen en spellen.
Relatie met technische leesvaardigheid
Bij het technisch lezen is expliciete instructie van groot belang. In de eerste helft van klas 1 (het klankzuivere tijdvak) worden alleen klankzuivere woorden gelezen, hierbij is sprake van een eenduidige teken-klankkoppeling. Vanaf de tweede helft van klas 1 komen ook niet-klankzuivere woorden aan bod. Kinderen hebben dan extra informatie nodig om de woorden goed te kunnen decoderen. Door de woorden in categorieën onder te brengen op basis van hun gemeenschappelijke kenmerk, wordt de kinderen een denkkader geboden. In de instructieles wordt de kinderen verteld wat de naam is van de categorie en hoe deze categorie gelezen moet worden. De categorieën die bij het technisch lezen aan bod zijn gekomen, komen op een later moment ook bij spelling aan bod. Doordat de kinderen de naam van de nieuwe categorie dan al kennen, hoeven zij alleen nog maar de schrijfwijze (spellingregel) te leren.
Relatie met schrijven van teksten
Het is niet voor alle kinderen vanzelfsprekend om de regels die zij in de instructielessen leren, toe te passen in andere lessen of in hun spontane spelling. Bij het schrijven van teksten richten zij zich vanzelfsprekend op de inhoud van de tekst. Door de kinderen met behulp van de categoriekaart in hun tekst bijbehorende woorden te laten zoeken, wordt de link gelegd met de spellingcategorieën die zij in de spellingles geleerd hebben. Op deze manier kan het spellingbewustzijn groeien.
Relatie met taalbeschouwing
Spelling is een onderdeel van het domein taalbeschouwing.
Relatie met handschriftontwikkeling
Wanneer handschriftoefeningen gecombineerd worden met woorden uit het dagelijks dictee hebben de kinderen nog een extra oefenmoment gekregen. Spelling kan zo worden versterkt door het motorisch inprenten; bijvoorbeeld bij schrijfoefeningen waarin letterclusters extra worden ingeoefend. En omgekeerd: tijdens de oefendictees kan aandacht worden besteed aan de handschrift ontwikkeling, de schrijfhouding, de zithouding, pengreep etc.
De spelling van een woord kan ‘goed voelen’ door de herhaalde inprenting. Sch is daar een voorbeeld van, die lettercombinatie zit bij veel mensen in de vingers.
Kinderen die veel moeite hebben met automatiseren bij spelling, kunnen er baat bij hebben als zij in blokschrift (losse letters) mogen blijven schrijven.